Skip Navigation or Skip to Content

Onderzoek practoraat Smart Industries

“Door te experimenteren kunnen onderwijs en bedrijfsleven elkaar enorm vooruithelpen”

Echt een verschil maken voor de maakindustrie in regio Midden-Brabant? Dan hebben we álle partijen nodig: bedrijven, onderwijs en overheid. Daarom onderzochten ROC Tilburg, Midpoint Brabant en onderwijsinnovator Timon Jongkind of een practoraat Smart Industries in onze regio nuttig en mogelijk is. Daarvoor deden ze een eerste verkenning in de regio. Wat leverde dit eerste onderzoek op voor de betrokkenen? En hoe gaat het nu verder?


Wat is een practoraat?

Een practoraat is een onderzoeksgroep, verbonden aan een mbo-instelling. Zo’n groep doet praktijkgericht onderzoek. Een practor, docenten, studenten en partners vanuit het (regionale) bedrijfsleven zijn hier actief bij betrokken. Een practoraat jaagt kennisverspreiding en innovatie aan, en focust op opleiden tot innovatief vakmanschap.


De maakindustrie kampt met allerlei uitdagingen: er is een tekort aan personeel, technische innovaties volgen elkaar steeds sneller op, klanten stellen hogere eisen aan producten en de interactie tussen mens en machine vraagt om andere skills. En juist daarom is een onderzoek naar het bestaansrecht van een practoraat Smart Industries in deze regio nú nodig. Al was een samenwerking tussen overheid, onderwijs en bedrijfsleven altijd al relevant, vertellen Teun Mallens (teamcoördinator bij ROC Tilburg) en Timon Jongkind (onderwijsinnovator).

Wat hebben onderwijs, overheid en bedrijfsleven elkaar te bieden?

Teun: “Heel veel. Vanuit ROC Tilburg leiden wij het talent van de toekomst op. Mensen die weten hoe ze om moeten gaan met de nieuwste en slimste technologie. We bereiden hen voor op een loopbaan bij bedrijven. Maar dan moeten we wel goed weten welke vragen er bij die bedrijven leven. En welke kennis en expertise daarbij past. Daar spelen we met het onderwijs op in. We zijn continu bezig met het vernieuwen van ons aanbod en curriculum. En dat doen we met en voor het bedrijfsleven.”

Timon: “Bedrijven hebben ook nog op een andere manier baat bij zo’n samenwerking. Het midden- en kleinbedrijf heeft doorgaans geen innovatieafdeling. Dat zorgt voor een tweespalt: je moet vooruit om bij te blijven. Maar ruimte voor experiment is er vaak niet. De fabriek moet door blijven draaien. En een dure machine aanschaffen zónder te weten of het iets oplevert, doet natuurlijk ook niemand. Juist met dat stuk onderzoek en experiment kunnen het onderwijs en het bedrijfsleven elkaar enorm vooruithelpen.”

Waarom is dat nodig?

Teun: “In de wereld van nu zijn er voor de maakindustrie veel uitdagingen. Daar komt nog eens bij dat techniek een imagoprobleem heeft. Steeds minder leerlingen kiezen voor een opleiding in dit vakgebied. Kijk maar naar Tilburg en omgeving: dit is wat we noemen een techniekarme regio. Er is hier geen enkele middelbare school die het pakket PIE (Produceren, Installeren en Energie, red.) aanbiedt. De kosten om lokalen daarvoor in te richten, zijn hoog. En het levert te weinig op voor scholen, want te weinig leerlingen kiezen voor dit pakket. Zo creëer je een vicieuze cirkel waarbij we steeds minder vakpersoneel in de regio hebben. Daarom werken we samen met basis- en middelbare scholen. Bijvoorbeeld om een deel van het onderwijs bij ROC Tilburg te doen, en om op allerlei manieren te proeven aan techniek.

Door meer met elkaar samen te werken, hebben we óók invloed op het imago van een loopbaan in de techniek. Er komt meer begrip tussen het bedrijfsleven en het onderwijs. Studenten maken sneller kennis met bedrijven in de regio. En met innovatieve projecten en samenwerkingen laten we zien wat er in de techniek allemaal mogelijk is. Het is allang geen sector meer waar je de hele dag tot aan je enkels in het smeer staat. Hier gebeuren heel toffe, uitdagende dingen. Het is vaak heel verfijnd of complex. Dat brengen we op deze manier in beeld.”

Hoe past een practoraat daarbij?

Timon: “Als het gaat over innovatie, wordt vaak naar hoger en wetenschappelijk onderwijs gekeken. Terwijl, juist in het mbo leiden we de mensen op die het moeten gaan doen. Met een practoraat laat je ook zien: hier doen we serieus onderzoek. En dat is belangrijk. Want hoe serieuzer de opdracht aan een student is, hoe serieuzer de output. Hier valt veel te halen.”

Teun: “Natuurlijk werken we vanuit ROC Tilburg al samen met bedrijven. We stellen ons daarbij steeds de vraag: hoe houden we de samenwerking interessant, hoe blijven we elkaar prikkelen? Een samenwerking als deze helpt daarbij. De netwerken van Midpoint Brabant, ROC Tilburg en de bedrijven waar we mee werken verbinden we aan elkaar. Dat biedt kansen. Door kennis te delen, door onderzoeksvragen samen op te pakken en door gezamenlijk aanvullende expertise in te schakelen, bijvoorbeeld.”

Wat onderzochten jullie het afgelopen half jaar concreet?

Teun: “Via Midpoint Brabant kregen we van MK Gilze en Van Schijndel Metaal een vraag die we samen met Elektrolas als leverancier verkenden. Met studenten en docenten bezochten we de bedrijven om de case te zien, en Elektrolas voor mogelijke oplossingen. Daar deden studenten inspiratie op en ze konden er zien wat er in de markt op dit gebied wordt aangeboden. Daar hebben zowel docenten als studenten veel van geleerd.”

Is élke onderzoeksvraag vanuit bedrijven geschikt voor een practoraat?

Timon: “Een practoraat is geen consultancybureau. Het is dus niet: grote stappen, snel thuis. De onderzoeksvraag moet op een bepaalde manier bij het onderwijs passen. En een vraag is vaak nog breed.

Bijvoorbeeld: we willen automatiseren, maar hebben geen idee waar we moeten beginnen. Dát is een vraag waarmee je prima bij een practoraat terechtkunt.”

Teun: “Het practoraat is er nu nog niet. We zitten nog steeds in de onderzoeksfase. Wel gaan we de komende periode door met samenwerken: bijvoorbeeld door aan te sluiten in de Lerende Netwerken voor Open Innovatie van Midpoint Brabant waar maakbedrijven met praktijkvragen rond het verbeteren van productiviteit aan de slag gaan. Zo zien we het practoraat ook. We hebben elkaar onderling veel te bieden. Het is niet: bedrijf vraagt, ROC Tilburg lost op. We gaan een langetermijnsamenwerking aan. Daarvoor staat de deur van onze opleiding open. Dat was altijd al zo. Maar ik hoop dat bedrijven ons nu nog beter en sneller weten te vinden.”  

“Met het programma Slimmer Werken maken we impact op de gehele maakindustrie in deze regio. We brengen experts en bedrijven samen met mbo- en hbo-onderwijsinstellingen. Dat helpt ondernemers: met concreet advies en met hulp van experts uit het bedrijfsleven, docenten en studenten. Ze komen in contact met talenten van de toekomst, werken samen aan innovaties voor de lange termijn en dragen bij aan de kwaliteit van het onderwijs. Dat is een win-win-win voor iedereen.”

 

Petra Mouthaan (programmamanager Slimmer Werken bij Midpoint Brabant) 


Jouw vraag onderzoeken met ROC Tilburg?

Heb jij als mkb’er een vraagstuk op het gebied van mens en organisatie? Of wil je weten hoe je jouw productie slim en efficiënt naar een hoger niveau tilt? Dat kan op verschillende manier samen met ROC Tilburg:

  • Veel opleidingen werken projectmatig. Dit zorgt voor ruimte om samen met bedrijven aan échte praktijkopdrachtente werken, ter vervanging van bestaande opdrachten in het lesprogramma.
  • Tijdens stages is ruimte voor praktisch onderzoek en experimenteeropdrachten.
  • Door het testen van bestaande en nieuwe machines in een educatieve omgeving onderzoeken we samen de werking van de machines, hoe gebruikers er snel mee aan de slag kunnen en op welke manier de machines in bestaande bedrijfsprocessen passen.

Klinkt dit interessant? Neem dan contact op met Petra Mouthaan (petramouthaan@midpointbrabant.nl) of Teun Mallens (tmallens@roctilburg.nl).  

 


Slimmer Werken is een initiatief van Midpoint Brabant in samenwerking met Provincie Noord-Brabant, Gemeente Tilburg, Metaalunie, FME, REWIN, Fontys Hogeschool, Avans Hogeschool, ROC Tilburg, Bosch Transmission Technology en Hoppenbrouwers Techniek. 
Petra Mouthaan - Programmamanager Maakindustrie